Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier
Plaats niet te veel papier in de laden om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel
niet boven de indicator voor de maximale hoogte uitkomt. Vul de lade tot minder dan de helft van de
indicatoren bij kort/smal of zwaar/glanzend papier.
Tabel 2-2
Capaciteit lade 1
Papiersoort
Specificaties
Hoeveelheid
Papier
Bereik:
60 g/m
2
tot 220 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 10 mm
Equivalent aan 100 vellen van 75 g/m
2
Enveloppen
Minder dan 60 g/m
2
tot 90 g/m
2
Maximaal 10 enveloppen
Etiketten
Maximaal: 0,102 mm dik
Maximale stapelhoogte: 10 mm
Transparanten
Minimaal: 0,102 mm dik
Maximale stapelhoogte: 10 mm
Maximaal 50 vellen
Glanzend papier
Bereik:
105 g/m
2
tot 220 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 10 mm
Maximaal 50 vellen
Tabel 2-3
Afdrukstand van het papier in lade 1
Papiersoort
Stand afbeelding
Duplexmodus
Papier plaatsen
Voorbedrukt of
briefhoofdpapier
staand
Enkelzijdig afdrukken
Afdrukzijde beneden
Bovenrand in de richting van de printer
18
Hoofdstuk 2 Papierladen
NLWW
Tabel 2-3
Afdrukstand van het papier in lade 1 (vervolg)
Papiersoort
Stand afbeelding
Duplexmodus
Papier plaatsen
Dubbelzijdig afdrukken
Afdrukzijde boven
Onderrand in de richting van de printer
Liggend
Enkelzijdig afdrukken
Afdrukzijde boven
Bovenrand naar de voorkant van het apparaat
gericht
Dubbelzijdig afdrukken
Afdrukzijde boven
Bovenrand naar de voorkant van het apparaat
gericht
Geperforeerd
Staand of liggend
Enkel- of dubbelzijdig
afdrukken
Gaten naar de achterkant van het apparaat
gericht
NLWW
Lade 1
19
Tabel 2-3
Afdrukstand van het papier in lade 1 (vervolg)
Papiersoort
Stand afbeelding
Duplexmodus
Papier plaatsen
Enveloppen
Lange rand van de envelop
invoeren in het apparaat
Enkelzijdig afdrukken
Afdrukzijde beneden
Bovenrand in de richting van de printer
Korte rand van de envelop
invoeren in het apparaat
Enkelzijdig afdrukken
Afdrukzijde beneden
Bovenrand naar de achterkant van het
apparaat gericht