Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows)
1.
Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop
Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
54
Hoofdstuk 4 Afdrukken
NLWW
4.
Selecteer een van de snelkoppelingen. Klik op de knop OK om
het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten.
OPMERKING:
Wanneer u een snelkoppeling selecteert,
worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen
in de printerdriver gewijzigd.
5.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de
taak af te drukken.